
Boompalen
Boompalen
Tuinpalen worden ingezet om de standplaats van jonge bomen te verstevigen, zodat ze zich de eerste 2 tot 3 jaar goed kunnen zetten. Dit is vooral belangrijk bij stevige wind of stormen, omdat de palen schade aan de wortels kunnen voorkomen en ervoor zorgen dat de boom niet omvalt. Door de wortels te beschermen, geef je de boom een goede start en voorkom je dat hij beschadigd raakt of verloren gaat.
Hoe plaats je de tuinpalen?
Gebruik voor kleine bomen één boompaal en voor grotere bomen minimaal twee. Plaats de palen ongeveer 30 cm van de boom af, zodat ze niet tegen de stam schuren. De palen moeten ongeveer 0,5 meter diep in de grond worden gezet en altijd aan de kant van de wind (meestal zuidwest), waar de wind vandaan komt. Bij twee palen moeten ze recht in een lijn staan, wat de stabiliteit verder bevordert. Het is aan te raden eerst de palen te plaatsen en daarna de boom te planten, om wortelschade te voorkomen.
Bevestiging en afwerking
Voor het vastzetten van de boom aan de palen wordt een boomband gebruikt. Deze band zorgt dat de boom stevig is bevestigd zonder de stam te beschadigen. Door deze werkwijze geef je jonge bomen een goede beschermingslaag tegen wind en storm, zodat ze zich gezond kunnen ontwikkelen in de eerste jaren.





